(Ver)bouwen, slopen en natuur

U denkt er misschien niet gelijk aan. Maar bij het (ver)bouwen of slopen kunt u ook met beschermde dieren of planten te maken krijgen. Bijvoorbeeld vleermuizen, broedende vogels of een muurplant op een oude muur. Houd hier met uw bouwplannen rekening mee.

(Ver)bouw- of sloopplannen? Onderzoek uw omgeving

Gaat u (ver)bouwen, renoveren, isoleren of slopen? Dan moet u altijd eerst onderzoeken of u te maken heeft met beschermde dieren of planten op uw locatie. En zo ja, of de werkzaamheden niet schadelijk zijn voor beschermde dieren en planten. Ook als u geen vergunning of sloopmelding nodig heeft, kan het zijn dat u toch een vergunning voor een flora- en fauna-activiteit moet aanvragen voor uw (ver)bouw- of sloopwerk. Dit is vastgelegd in de Omgevingswet. Deze wet regelt onder andere de bescherming van de planten en dieren van Nederland.

Renovatie, isolatie en beschermde dieren- en planten

Door renovatiewerkzaamheden kunnen de voegen en spouwmuren worden gedicht waar juist beschermde vleermuizen verblijven. Daarnaast plaatsen bouwmedewerkers steigers bij dit soort werkzaamheden. Door het plaatsen van deze steigers worden de verblijfplaatsen van beschermde dieren onbereikbaar. Isoleren is natuurlijk goed voor lagere stookkosten en het verlagen van de CO2 uitstoot. Maar voor dieren die afhankelijk van gebouwen zijn voor hun voortbestaan kan het zeer nadelig zijn.

Aan wat voor beschermde dier- of plantensoorten moet u denken?

In de bebouwde omgeving gaat het vaak om:

  • Huismus – onder dakpannen of in openingen in gevel of dakrand, in nissen en spleten
  • Gierzwaluw – onder dakpannen of in openingen in gevel of dakrand
  • Kerkuil – in schuren of stallen
  • Steenuil – in schuren of stallen
  • Ransuil – in coniferen
  • Ooievaar – op dak of schoorsteen
  • Overige broedvogels – in daklaag, muren, gevelbegroeiing en op platte daken
  • Vleermuizen – in kieren, spleten, spouwmuren, op zolders en achter luiken
  • Steenmarter – zolder
  • Rugstreeppad – in het zand tussen bebouwing en bestrating, open zandvlakten/bouwgrond
  • Kikkers en salamanders – in kelder of kruipruimte
  • Muurvaren – muur

Deze gebouwen mogen dus niet zomaar verbouwd of gesloopt worden. Ook niet als de dieren niet aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de winter. Door het slopen van gebouwen gaan de nesten van vogels en vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen van dieren verloren. Daarnaast kunnen dieren, die tijdens de sloop aanwezig zijn, verstoord worden, gedood worden of verwond raken. Ten slotte kan ook het leefgebied van deze soorten verloren gaan.

Hoe doet u onderzoek?

Het onderzoek kunt u door een deskundige laten uitvoeren. Vaak is dat een ecoloog. Die ecoloog voert een verkennend onderzoek (ook wel QuickScan genoemd) en/of nader onderzoek uit. Met een verkennend onderzoek wordt gekeken of er op uw locatie beschermde dieren- en plantsoorten kunnen voorkomen. Zo ja, dan is nader onderzoek nodig om te kijken of er ook daadwerkelijk beschermde dieren of planten aanwezig zijn in een bepaalde periode van het jaar. Zo zijn gierzwaluwen in de periode mei tot en met juli in Nederland te vinden.

Vergunning aanvragen

Komen er beschermde soorten voor? Dan moet u een vergunning voor flora- en fauna-activiteit aanvragen via Omgevingsdienst Haaglanden. In de vergunning worden bepaalde maatregelen opgenomen waar u zich tijdens de bouw- of sloopwerkzaamheden aan moet houden. Komen er geen beschermde soorten voor? Dan hoeft u sowieso geen vergunning aan te vragen.

Goed om te weten: tips en advies!

  • Plan extra tijd voor onderzoeken
    Heeft u in uw bouw- of sloopplanning rekening gehouden met extra tijd voor onderzoek naar beschermde dier- of plantensoorten? Dit wordt vaak vergeten. Maar het uitvoeren van een verkennend – of nader onderzoek kost tijd. Bijvoorbeeld: een verkennend onderzoek uit september geeft aan dat uw huis mogelijk geschikt is voor gierzwaluwen. Dan kan pas het jaar daarop in mei – juli nader onderzoek worden gedaan. Dit is namelijk de tijd dat de gierzwaluwen in Nederland verblijven en nesten bouwen. Ook het aanvragen van een ontheffing (als dit nodig blijkt) kost tijd. Houd hier dus altijd rekening mee in uw planning.
  • Bekijk de soortenbeschermingskaart
    Op deze kaart ziet u waar vergunningen en ontheffingen voor beschermde dieren- en plantensoorten zijn afgegeven door de Omgevingsdienst Haaglanden op grond van Omgevingswet (vergunning) en van voor 2024 de Wet natuurbescherming (ontheffing). Zo ziet u welke vergunningen er in uw omgeving al zijn en krijgt u een beeld van wat voor beschermde dier- en/of plantensoorten in uw omgeving kunnen voorkomen.
  • Welke dier- en plantensoorten zijn allemaal beschermd?
    Rijksoverheid heeft allerlei databanken waar die informatie op te halen is.
  • Hoe om te gaan met beschermde dier- en plantensoorten bij werkzaamheden?
    Wilt u schade aan beschermde dier- en plantensoorten voorkomen? Of wilt u juist een goede leefomgeving voor dieren en planten creëren? Dan hebben wij een aantal tips voor u!

Veel gestelde vragen

  • Wanneer is er sprake van opzettelijk storen van een diersoort?
    Er is sprake van opzet wanneer het doel van de activiteit het verstoren van de diersoort is. Wanneer de activiteit een ander doel heeft, maar als bijkomstigheid heeft dat de diersoort wordt verstoord, is er in het begin geen sprake van opzet. Het is anders wanneer iemand een handeling verricht en daarbij bewust de kans aanvaardt dat zijn handelingen schadelijke gevolgen kan hebben voor een diersoort.
  • Welke dieren mogen worden verstoord? En welke niet?

    Dieren kunnen verstoord worden door activiteiten of bouwwerkzaamheden in de omgeving van de verblijfplaats. In de Omgevingswet staat dat het verboden is om bepaalde vogels en diersoorten, die in het wild leven, opzettelijk te storen. Er zijn ook uitzonderingen. In het kader van beheer- en schadebestrijding mogen sommige dieren worden verstoord. Er is dan wel een vergunning of nodig. Of er moet een vrijstelling voor zijn verleend.

    Bij het aanvragen van een vergunning moet de noodzaak duidelijk zijn. Ook moet het storen geen invloed hebben op het bestaan van het soort. Zo is het verboden om inheemse vogels opzettelijk te verstoren, wanneer dit invloed heeft op het bestaan van de vogelsoort. Is er een verblijfplaats van een inheemse vogel in de buurt? Dan moet een ecologisch deskundige onderzoek doen of de activiteit de vogels verstoren.

  • Is een vleermuisvliegroute beschermd?

    Vliegroutes van vleermuizen zijn beschermd als deze essentieel zijn voor een vaste verblijfplaats van de vleermuizen. Een vleermuis vliegt graag langs lijnen. Denk aan een rij bomen. Als de bomen worden gekapt, dan is de vliegroute van de vleermuis vernield. En dat mag niet zonder een vergunning voor een flora- en fauna activiteit. De vliegroute van vleermuizen is niet wettelijk beschermd als deze niet essentieel is. Ook niet als er geen verblijfplaats van vleermuizen in de directe omgeving bekend is.

    Een deskundig ecoloog moet vaststellen of een vliegroute essentieel is voor de verblijfplaats. De vragen die hierbij gesteld worden, zijn: Waar is de verblijfplaats? Kan de verandering voor hinder zorgen of ervoor zorgen dat de verblijfplaats ongeschikt wordt?

  • Ik zie dat ergens wordt gerenoveerd/gesloopt terwijl er beschermde soorten zitten. Mag dit?

    Dit mag als er een vergunning voor een flora- en fauna-activiteit voor de Omgevingswet is verleend. U kunt via de website van Omgevingsdienst Haaglanden en de soortenkaart van OZHZ controleren of er een vergunning (of ontheffing op de Wet natuurbescherming als deze voor 2024 is aangevraagd) is verleend voor deze locatie. Als dit niet het geval is, kan het zo zijn dat er geen vergunning is aangevraagd. Er is dan sprake van een overtreding van de Omgevingswet. U kan in dat geval een melding doen via onze website of bij spoed bellen naar: 0888 333 555.

  • Welke diersoorten zijn in Nederland beschermd?

    Alle vogels die van nature in Nederland in het wild leven, habitatrichtlijnsoorten en soorten die op de nationale lijst staan van beschermd. Welke soorten dat precies zijn, staat in:

    Daarnaast zijn er soorten beschermd die op de nationale lijst staan.

    Enkele soorten zijn opgenomen op vrijstellingslijst. Deze lijst verschilt tussen provincies. Daarnaast geldt de zorgplicht voor alle in het wild levende dieren en planten en hun directe omgeving.