Hoe wordt een bedrijventerrein circulair?

Bedrijven produceren van alles. Bij dit proces blijven restproducten, reststromen of afval achter. De verbrandingsoven in? “Nee, héél vaak kan het anders”, zeggen duurzaamheidsadviseurs Pascal van Dam en Roos Marinissen. Pascal werkt bij de provincie en Roos bij OZHZ. Zij helpen bedrijventerreinen om circulair te worden. Wij vroegen hen het hemd van het lijf. Want kan het eigenlijk wel, alles hergebruiken? En hoe ziet dat er dan uit?

Houd het in de cirkel

Maar eerst: wat is het precies? Roos begint: “In de circulaire economie wil je dat materialen zo goed mogelijk hergebruikt worden, zodat die in het systeem blijven. In de cirkel zeg maar. En je wilt dat er veel minder materiaal wordt gebruikt. Dus minder grondstoffen gebruiken, na gebruik materialen opnieuw benutten en geen verspilling.”

Hard nodig? “Zeker”, bevestigt Roos. “In juli was het namelijk al ‘Earth Overshoot Day’. Dat betekent dat we in deze maand al alle grondstoffen hebben gebruikt die de aarde in één jaar kan produceren. En dan zitten we nog maar in maand 7. Dan kun je kijken naar het buitenland, maar de gemiddelde Nederlander gebruikt ook zo’n drie aardbollen voor zijn of haar behoeftes.”

Wat betekent dit voor de bedrijventerreinen?

1,5 jaar geleden zag de provincie Zuid-Holland meerdere initiatieven op het gebied van circulaire bedrijventerreinen. Maar het kwam vaak niet van de grond. Pascal: “We zagen dat kleine bedrijventerreinen te weinig afval of restproducten hadden om er zelf weer iets nuttigs mee te kunnen doen. Dat kost gewoon te veel geld. Samenwerking was nodig om het wel mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan niet één bedrijf die zijn afval ergens verwerkt, maar 10 bedrijven. Zo kunnen zij een stroom bundelen.”

Roos en Pascal keken wat zij vanuit de provincie en de omgevingsdienst hieraan konden doen. “Je hebt veel richtingen die je als bedrijf op kunt”, gaat Pascal verder. “We keken naar welke stromen binnen een selectie van bedrijventerreinen voorkomen en waar de meeste kansen liggen.”

Roos vult aan: “Dat klopt. We focussen ons in dit project daarom op deze zes stromen:

  1. Hout
  2. Beton en puin
  3. Metalen
  4. Gemengd stedelijk afval en verpakkingsmaterialen
  5. Riool en waterzuivering
  6. Voedselverspilling en organisch afval

Binnen deze stromen liggen volgens ons nu de meeste kansen. Dit, omdat er veel kansen liggen voor de verwerking en deze stromen komen in grote hoeveelheden voor. Daarnaast kost het verwerken van de meeste stromen geld. Het kan daarom ook economisch gezien interessant zijn om als bedrijf te verminderen. In het voorjaar van 2022 gaan we met de bedrijven in gesprek. We bieden hen informatie en handvatten om zelf hiermee aan de slag te gaan.”

We zijn trots dat we een praktisch middel hebben die bedrijven en gemeenten echt op weg helpt.

Pascal

Wat kunnen bedrijven doen?

Op https://www.circulair.biz/ vinden bedrijven tips over wat zij met de verschillende reststromen kunnen doen. Met deze inzichten kunnen bedrijven zelf aan de slag. Pascal is blij met dit initiatief: “We zijn trots dat we een praktisch middel hebben die bedrijven en gemeenten echt op weg helpt.”

Een samenwerking in heel Zuid-Holland

Het project startte de provincie samen met de omgevingsdienst Midden-Holland (omgeving Gouda). Inmiddels is OZHZ ook onderdeel. Roos: “Na een presentatie van Midden-Holland over dit project, besloten we om hier ook in Zuid-Holland Zuid mee aan de slag te gaan. Wat fijn is, is dat de gemeenten zelf ook meedoen. Zij dachten onder andere mee met het kiezen van de bedrijventerreinen per gemeente.”

Pascal vult aan: “De gemeenten zijn in principe ook aan zet om de bedrijven te activeren. Zij kennen de bedrijven het best. Wij ondersteunen hen door informatie en handvatten te verschaffen.”

“Ik ben erg blij met de samenwerking.”, gaat Pascal verder. “Dit soort projecten willen we niet in ons eentje doen. Wij hebben als provincie geen specifieke kennis over een gebied. Daarvoor zijn er te veel gebieden binnen de provincie. Dus we moeten juist samenwerken met mensen die het gebied wél goed kennen. En Roos kent het gebied en de collega’s van de gemeenten goed.”

Roos sluit af: “Ik word het aller blijst als we straks concrete voorbeelden hebben van bedrijven die ermee aan de slag zijn gegaan.”